93
Herodes Ernest Claes Vertaald door: Fernand Baudin bron Ernest Claes, Herodes. Met illustraties van Fernand Baudin. Snoeck Ducaju en Zoon, Gent 1942 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/clae004hero01_01/colofon.php © 2016 dbnl / erven Ernest Claes / Fernand Baudin

Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

Herodes

Ernest Claes

Vertaald door: Fernand Baudin

bronErnest Claes, Herodes. Met illustraties van Fernand Baudin. Snoeck Ducaju en Zoon, Gent 1942

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/clae004hero01_01/colofon.php

© 2016 dbnl / erven Ernest Claes / Fernand Baudin

Page 2: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

5

Ernest Claes, Herodes

Page 3: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

7

I. - De koning.

DE INDISCHE DANSERESSEN verdwenen een voor een achter de roode gordijndie de voordanser met de linkerhand terzij hield, en terwijl van in den witten gangdaarachter, die naar een van de tuinzalen liep, het geluid van lichte vrouwenstemmengedempt doordrong tot in de feestzaal, liet de voordanser de zware gordijn langzaamterugzakken, zijn hand met de bruine dunne vingers schoof neerwaarts langs denzoom, en door de gleuf van de twee gordijnstukken bleven zijn felle, donkerschitterende oogen op het gelaat van den Koning gericht. Wachtte hij op een teekenom den laatsten dans, de ‘Lotosbloem’, nogmaals te doen uitvoeren? Wachtte hij opeen gebaar, waarbij heer Varus, de koninklijke schatmeester, hem een beurs metgoud zou toewerpen?Of was het enkel nieuwsgierigheid? Het gelaat van den Koningverried echter door geen trek dat hij zelfs de danseressen maar even zou opgemerkthebben. En nochtans, op bevel van heer Varus had de voordanser ditmaal de mooistevrouwen uitgekozen

Ernest Claes, Herodes

Page 4: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

8

voor dezen wulpschen Lotosdans, zelfs de beroemde Heraea, de eerste danseres vanden Romeinschen Landvoogd, had voor dezen avond de toelating gekregen om voorden Koning te dansen. Bovendien was er onder zijn danseresjes geen enkele Jodin.Maar het had niet geholpen. De Koning bleef verzonken in zijn sombere gedachten.De hand met de dunne vingers liet den gordijnzoom los, de gleuf sloeg toe, de tweefelle oogen verdwenen. Het gezicht van den Koning was weggekeerd naar den openboog waarvan het roode marmer warm glansde in het licht der toortsen, enwaardoorheen hij over het tuinterras den met sterren bezaaiden hemel zag. Hij lagop het rustbed, op een met goud doorweven deken, waartegen de gele kleur van zijngewaad hard afstak, de kin gesteund op de linkerhand, zoodat de lange gekruldebaard naar rechts was geduwd. Dat gaf aan zijn groot gezicht iets onheimelijks endreigends. De dikke lippen, de zware neus, de borstelige wenkbrauwen boven de veruiteenstaande oogen, verrieden dien avond nogmeer in hem den vreemdeling. Langsde slapen en op het voorhoofd was zijn gezicht met rimpels doorgroefd, en er lag opdit oude maar nog krach-

Ernest Claes, Herodes

Page 5: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

9

tige gezicht, in de oogen onder de zware wenkbrauwen, een uitdrukking van woestewilskracht. De sneeuwwitte hoofdsluier was versierd met kostbare edelgesteentendie een opstaanden leeuw tusschen twee sterren verbeeldden.De drie aanliggenden aan het andere eind van den langen feestdisch waren heer

Eutarchos, 's Konings geheimschrijver, de schatmeester heer Varus, en deopperhofmeester, of wat hij ook wezen mocht, heer Eusebos. Heer Eutarchos waseenGriek van het eiland Pityussa. DeKoning had hem in zijn jeugd als slaaf afgekochtvan zeeroovers te Tyrus, en later was hij zijn grootste vertrouwensman geworden.Hij was door de Joden evenzeer gehaat als de Koning zelf. Hij was lang en mager,met een scherpen neus en een smal gezicht. Hij keek wat scheel, zoodat men nooitwist wat er in zijn blik verborgen lag, en het versterkte nog in ruime mate hetwantrouwen dat van zijn persoon uitging. Hij hield doorloopend de oogenneergeslagen, ook wanneer hij zich met iemand onderhield, maar sloeg hij dan evenvluchtig den blik op naar dengene die sprak, zoo was het juist alsof uit de schuinscheoogen als een kleine giftige pijl

Ernest Claes, Herodes

Page 6: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

10

schoot, en het bracht den spreker allicht in de war. Nu zat hij daar half overeind, hethoofd even voorovergebogen en de blikken schijnbaar gericht op de wassen tablettenen de gouden schrijfstift voor hem. Maar hij luisterde aandachtig naar wat de jongeEusebos vertelde aan Varus. Deze lag tusschen de twee anderen. Hij was een geborenRomein. Het was voor de Joden een grievende hoon geweest dat de Koning juistdezen zoon van de gehate verdrukkers had aangesteld om de schattingen te innen.Zijn rood en welgedaan gezicht met de glimmende huidskleur, de ronde oogen, defelroode wellustige lippen, de joviale jongensachtige glimlach die in de rimpeltjesom zijn kleine oogjes scheen te spelen, zouden niemand op het vermoeden kunnenbrengen dat deze heer Varus de onmeedoogendste van alle schatmeesters was dienmen naar menschenheugenis onder de Joden had gekend. De Romeinschebelasting-ambtenaren - en ja, de Heer weet wat voor bloedzuigers zij waren! - konmen zachtmoedige lammeren heeten vergeleken bij de bedienden van heer Varus.Hij zelf vond er een cynisch genot in de tooneeltjes bij te wonen waarbij, wegensniet-betaling van den

Ernest Claes, Herodes

Page 7: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

11

opgelegden aanslag, een gezin op straat werd gezet, de armelijke huisraad en hetschamel vee publiek werden verkocht, en meer nog, wanneer een wanbetaler werdgegeeseld. Dan lachte hij dat zijn dikke buik er van schokte en de tranen hem in deoogen kwamen. En hoe meer de gemartelde kermde en zijn Joodschen God te hulpriep, hoe meer heer Varus scheen te genieten van wat hij zag. En lachende zegde hijtot wie naast hem stond: ‘Zie, dat houdt mij gezond, dat scherpt mijn eetlust!’Voor geen van 's Konings hooge ambtenaren beefden de dienaars en slaven als

voor den glimlachenden schatmeester. Hij was bovendien door den Koning belastmet het inrichten van feesten, van wedstrijden en voorstellingen in de amphitheaters,in het stadium en in de nieuwe renbaan, en hij zorgde voor de verstrooiingen in hetkoninklijk paleis zelf. Nooit was daar het zedenbederf zoo vreeselijk geweest, nooitwas er de menschelijke waardigheid zoo laag gezonken, hadden de dierlijke driftenzulk een graad van walgelijkheid bereikt als nu, nu de Koning oud geworden was,nu hij vervolgd scheen door de schimmen van zijn duizenden slachtoffers, van zijnvermoorde echtge-

Ernest Claes, Herodes

Page 8: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

12

nooteMariamma en van zijn kinderen, en hij als het ware door de wildste uitspattingenzijn geest trachtte te verdooven. Voor dat alles zorgde heer Varus, met zijn jovialeblikken en zijn lachschokkenden buik, die de zoon was van een Romeinsch soldaaten een Illyrische slavin. Nu luisterde hij zonder veel belangstelling naar wat Eusebosvertelde. Want heer Varus was moe. Hij had als gewoonlijk veel gegeten en zwaargedronken, en het liefst van al had hij zich uitgestrekt op zijn ligbed en geslapen.Terwijl de Indische danseressen hun nummer uitvoerden had hij nu en dan opgebliktnaar het gezicht van den Koning, en een rimpel kwam in zijn voorhoofd als hij merktedat zijn Meester zich zelfs niet bewust was van de aanwezigheid der danseressen.De jonge Eusebos nam in het koninklijk paleis een plaats in die niemand juist zou

hebben kunnen bepalen. Al heette hij de opperhofmeester, toch had hij geen vastambt, er was hem geen taak opgelegd, hij liep vrij in en uit door alle zalen en gangen,langs alle tuinen en terrassen van het onmetelijk paleis, het heerlijkste dat de wereldooit had aanschouwd, hij had zijn eigen vertrekken naast die

Ernest Claes, Herodes

Page 9: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

13

van den Koning, met dienaren en slaven, in den oostervleugel van waar hij het uitzichthad op de schilderachtige ruïnen van den ouden omheiningsmuur rond deEphraïmpoort, op het paleis van de Makkabeeërs en, tronend daarboven, op denSionsberg, met den Tempel, door den Koning heropgebouwd als het schitterendstemonument van alle tijden. Maar altijd was heer Eusebos in de nabijheid van denKoning. Bij iederen maaltijd lag hij mede aan bij den koninklijken disch, zelfs metvreemde gezanten. Bij de voorstellingen in het amphitheater of bij de wedrennen,bij de nachtelijke feesten, drinkgelagen en braspartijen in het paleis, zag men hemsteeds dichtbij zijn Meester, en wanneer deze op reis ging hoorde Eusebosonveranderlijk bij het gevolg. Hij had in Athene gestudeerd onder de grootstegeleerden van dien tijd, en kende vele talen. Hij sprak zeer beschaafd. Sedert eengoed jaar was hij teruggekomen uit Athene, over Rome, waar hij eenigen tijd te gastwas bij een hooggeplaatst lid van den Senaat, een vriend van den Koning. Want dezehad al zijn studiën en reizen bekostigd, en Eusebos had in het buitenland geleefd alseen der zonen van de rijkste en adel-

Ernest Claes, Herodes

Page 10: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

14

lijkste families. Dat alles was te verklaren door het feit dat Eusebos de onechte zoonvan den Koning was, die hem had gewonnen bij een vrouw van zijn eigen ras, eenFilistijnsche uit Eglon. Bij zijn geboorte had een vreemde waarzegster, die niemandkende, hem verklaard dat dit kind hem tot zegen zou strekken en zijn naam eer zouaandoen. In andere omstandigheden zou de Koning hebben gelachen met dergelijkepraatjes, maar de waarzegster had hem ook een paar voorspellingen gedaan, onderandere omtrent een komplot dat gesmeed was door de aanhangers van Aristobalos,den laatsten spruit derMakkabeeërs, om hem, den Koning, van het leven te berooven.Dag en uur van den aanslag had de vreemde vrouw zelfs bepaald, en toen achterafbleek dat zij zich niet had vergist, dat alles zich juist had voorgedaan zooals zij hadvoorspeld, had de Koning ook aan haar profetieën omtrent Eusebos geloof gehecht.Nadat hij de samenzweerders, waaronder zich vele vooraanstaande leden van denJoodschen adel, zelfs leden van het Sanhedrin en zonen van hoogepriesters, onderde vreeselijkste folteringen had laten ter dood brengen, en hij den jongen prins, denoog-

Ernest Claes, Herodes

Page 11: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

15

appel van het heele volk van Judea had doen vermoorden, dacht hij met een soortdankbaarheid, dat meer nog angst was, aan de waarzegster terug. Hij had haar doenzoeken in al de steden en dorpen van zijn land, tot in Gaza en Askalon langs de zee,hij had de slaven die onverrichterzake telkens terugkwamen doen ten bloede geeselen,met een razende drift had hij zijn opsporingen voortgezet, omdat hij meende dat dezevrouw hem voor elk verraad, van alle onheilen en gevaren zou kunnen redden.Ondanks de hooge geldsommen die werden uitgeloofd aan degenen die eenigeaanwijzing omtrent de waarzegster zouden kunnen aanbrengen, had niemand ooitmeer over haar iets vernomen. Hij vermoedde dat de geheimzinnige vrouw eenJoodsche profetes was en zich daarom voor hem verborg, en dat deed zijn haattegenover het volk, waarover hij Koning was, zoo mogelijk nog aangroeien. Daarbleef hem van heel die gebeurtenis niets anders over dan Eusebos, dien hij eenverzorgde opvoeding had doen geven en dien hij nu sedert een jaar in zijn paleis haddoen komen. En telkens als hij het jonge intelligente gezicht, met het hooge voorhoofden de verfijnde trekken aankeek,

Ernest Claes, Herodes

Page 12: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

16

dacht hij aan de verborgen profetes, en het gaf hem iedermaal een gewaarwordingvan zekerheid en rust.

Ernest Claes, Herodes

Page 13: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

17

II. - De nieuwe koning.

- ‘Ik kan u verzekeren, edele Varus,’ zegde Eusebos op stillen leerenden toon, ‘dathet geloof in al deze oude godheden verdwijnt naarmate het verstand zich ontwikkelt.Hoe meer de mensch weet, hoe dieper hij doordringt in het begrip van zijn wezen,hoe minder ook al deze legenden en tradities van goden en godinnen, van geloof aaneen wereld van gelukzalige geesten, vat op hem hebben. De tijd is gekomen om datalles in de rommelkamers op te bergen, om de nieuwe ideeën van de Griekschewijsgeeren, die al te lang door een valsch geloof in onzichtbare godheden werdenverstikt, te laten doordringen.’Hij sprak met de gesmijdigheid, met de juiste keuze van woorden en de keurige

vormwendingen van de nieuweGrieksche school. De r en de ch, die bij vreemdelingengewoonlijk met een grof keelgeluid gepaard gingen, waren bij Eusebos nauwelijksmerkbaar. Hij keek bij het spreken zijn twee toehoorders aan met een blik waarinduidelijk te lezen stond: zóó is het, wat gij beiden en degenen zooals u er ook moogtover denken. Geen verwaandheid

Ernest Claes, Herodes

Page 14: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

18

lag in dien blik, alleen zekerheid van zich zelf. Nooit hadmen daarin eenige ontroeringgelezen. Hij hield de twee handen open tegen elkaar, de lange vingers rechtuitgestoken, zooals hij zijn leermeester in Athene had zien doen, en wanneer hij opeen gezegde den nadruk wilde leggen, onderlijnde hij dit door de handen even vanelkaar te verwijderen met een korte op- en neergaande beweging.- ‘Het verstand’, ging hij verder, ‘neemt zulke kinderachtigheden niet meer aan.

In heel Griekenland is er geen enkel ontwikkeld mensch die nog aan Zeus en zijnOlympischen aanhang geloof hecht, en de Romeinen hebben hun Jupiters en Junosaan kant gezet Goed voor het plebs, voorloopig nog. Ook bij dit volk hier zal zichdit verschijnsel voordoen. Ik kan werkelijk niet begrijpen hoe de onnoozele vraagvan een paar sterrenwichelaars en waarzeggers zulke beroering heeft kunnenverwekken. Zij zijn hier enkele dagen geleden aangekomen, niemand weet van waar,zij hebben het volk in erge onrust gebracht met links en rechts te vragen ‘waar denieuwe Koning van de Joden geboren was’, en het domme volk heeft daaruitonmiddellijk

Ernest Claes, Herodes

Page 15: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

19

Ernest Claes, Herodes

Page 16: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

20

besloten dat hun lang verwachte God’ hun Verlosser, hun Messias geboren was. Kanhet dwazer? Het wijst op een verregaande achterlijkheid.’De handen met de slanke vingers maakten een kort gebaar als om te zeggen: dat

hij het heele geval van zich afstiet en er verder niet meer aan denken wilde. Iederbleef een poos verdiept in eigen gedachten. De vele lichten in de kostbare kelkvormigekandelaars wierpen een brozen glans over de tafel, waarop de gouden en zilverenbekers en schalen voor den Koning onaangeroerd bleven staan. Op de marmerenzuilen vlekte hier en daar een sterkere weerkaatsing van het licht, en het gaf aan dekoude steenen warmte en leven. De hooge dakvormige zoldering, van het kostbaarstehout, rustte op de hoekzuilen zonder drukkende zwaarte, en de schemering die delijnen vervaagde deed ze hooger lijken dan ze was.Toen sprak Eutarchos:- ‘Neem het mij niet euvel, edele Eusebos, indien ik mij verstout een andere

meening te zijn toegedaanwaar het dit Joodsche volk geldt. Zijn geloof in zijnMessiaskan niet vergeleken worden met wat Grieken en Romeinen zich voorstelden

Ernest Claes, Herodes

Page 17: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

21

van hun ontelbare goden. Zoo te Rome en te Athene denkers en wijsgeeren zichmisprijzend hebben afgekeerd van het vieze zootje der zoogenaamde Onsterfelijken,doet zich bij de Joden juist het tegenovergestelde voor.’Bij het spreken gleden de schuinsche blikken van Eutarchos slechts nu en dan

vluchtig over het gezicht van Eusebos, en bleven verder gericht op de tafel voor hem.Terwijl hij luisterde flitste het even door het hoofd van Eusebos dat het hofpersoneelhem terecht ‘den uil’ noemde. Hij deed inderdaad, met zijn mager profiel, zijn donkereschele oogen en zijn scherpen neus, aan een nachtvogel denken.Op koelen toon vroeg Eusebos:- ‘Wilt ge u nader verklaren, heer Geheimschrijver?’- ‘Ik ken dit volk hier’, ging Eutarchos verder, ‘het is mijn aangewezen taak het

te kennen. De vreemdelingen die het bezochten en er over schreven hebben zichallen vergist over zijn godsgeloof en over zijn innerlijk wezen. Het Joodsche volken zijn Messias zijn één. Zonder zijn geloof in zijn éénen God, zonder zijnverwachting van zijn Mes-

Ernest Claes, Herodes

Page 18: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

22

sias, bestaat er geen Joodsch volk. Het een sluit het ander in, ze zijn niet van elkaarte scheiden. Telkens als, in den loop van zijn geschiedenis, het volk afdwaalde vanzijn Jahve, van zijnMessiasgeloof, werd het door zware rampen geteisterd, en stondener mannen op, Profeten zooals zij ze noemen, die het terugbrachten tot zijn oudgeloof. Alle andere volkeren hebben zich goden gemaakt naar hun aard en hunlevenswijze, er werden er overgenomen van vreemde stammen en er werden ernieuwe aangenomen en oudere vergeten. En zooals u terecht zegt, edele Eusebos,naar gelang het menschelijk verstand zich ontwikkelt ontdoet het zich van ditprimitieve waangeloof. Maar bij het Joodsche volk doet zich juist hettegenovergestelde voor. Het staat nu vaster in zijn Messiasverwachting dan ooit inzijn geschiedenis het geval was, en het zijn de hoogststaanden, de geleerdsten onderhen die hen bestendig daarin sterken.’Eutarchos en de anderen zwegen, en de stilte hing drukkend in den heeten avond.

Men hoorde buiten op het terras het kuchen van een der wachters, en het geluid vannaakte voeten op den marmeren vloer. Door de open bogen zagen ze

Ernest Claes, Herodes

Page 19: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

23

achter de stadsmuren den avond en den klaren sterrenhemel boven het land staan.Tegen de heuvelhellingen was hier en daar het licht merkbaar van een vuur, waarrondherders bijeen zaten, of van vreemdelingen die in deze drukke dagen geen onderkomenin de stad hadden gevonden of daar te arm voor waren. Ze hoorden ook het gedemptstemmengeluid van menschen die beneden tegen de wallen den nacht doorbrachten.Zoo stil was het opeens dat heer Varus langzaam het hoofd omkeerde en naar deschemerige hoeken van de groote zaal keek. - Voor allen stond daar ergens eenonzichtbaar Wezen, dat hen aanstaarde met roerlooze blikken waarvoor ze inwendigbeefden, en dat was opgerezen uit den donkeren nacht der tijden die over ditgeheimzinnige land hingen.Dat had het bezoek gedaan van eenige sterrenwichelaars die gekomen waren uit

de verre Oosterlanden en die hadden gevraagd: ‘Waar is de nieuweKoning der Jodengeboren?’

Alleen, met zijn donkere gedachten, zat de Koning. Zijn zwaar hoofd met den wittensluier steunde op zijn hand, en zijn blikken bleven aldoor

Ernest Claes, Herodes

Page 20: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

24

gevestigd in het ijle van de duisternis boven het land. Hij hoorde niets van hetgefluister zijner drie raadsheeren aan het andere eind van de tafel, hij zag geen dansersof hoorde geen fluitspelers en was zich niet bewust van de aanwezigheid in de zaalvan de anderen.Wat ging er om in het machtige brein van denman die nooit geaarzeldhad, die voor geen daad, voor geen wreedheid was teruggeweken waar het zijnkoninklijken wil of zijn grillen gold? Die heerschte over een rijk zooals sedertSalomon nooit een Joodsche Vorst had gekend? Die zich om wetten of voorschriftenvan Sanhedrin of Hoogen Raad niet had bekommerd, en ze had klein gekregen, dezehalsstarrige, ontembare Joden, klein gekregen door stroomen bloeds? Hij, KoningHerodes, terecht genoemd Herodes de Groote, de geniaalste Vorst van allen die erheerschten in de Oosterlanden. O, hij haatte ze, deze Joden. Hij had ze gehaat meteen onverzoenlijken haat van af zijn jongelingsjaren. Uit haat tegen hen, en nietalleen om de Romeinen in het gevlei te komen, had hij te Rome bij zijn kroning deofferande gebracht aan Jupiter, had hij zich omringd door Grieksche en Romeinschegeleerden

Ernest Claes, Herodes

Page 21: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

25

en kunstenaars om het heidendom te doen binnendringen bij het volk, dat wasonverschillig gebleven voor de prachtige paleizen enmonumenten die hij in Jerusalemen in al de andere steden van Judea had doen bouwen, onverschillig voor het herstelvan hun grootschen Tempel tot een der wonderen van de gansche wereld. Uit haattegen de Joden had hij alle schouwburgen en amphitheaters, stadiën en renbanen -en o schande! tempels ter eere van valsche goden - laten versieren met Romeinschezegeteekens, arenden en opschriften ter eere van Keizer Augustus; had hij, - en ditwas de opperste beleediging geweest - boven de Tempelpoort den K e i z e r l i j k e nA r e n d van het heidensche Rome doen plaatsen.Nooit was er in zijn gevolg een Jood geweest. Zelfs niet bij het lager

paleispersoneel. Hij had zich omringdmet Grieken, Egyptenaren, Romeinen, en zelfsGermanen. En hij wist dat zijn haat alleen overtroffen werd door den haat die roodgloeide in het hart van iederen Jood.En nu?Nu dat hij was de absolute alleenheerscher, nu alles in dit land aan zijn wil

onderworpen lag, nu

Ernest Claes, Herodes

Page 22: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

26

Ernest Claes, Herodes

Page 23: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

27

elkemogelijkheid van opstand in den kiemwas gesmoordt nu hij oud begon te wordenen zijn hart moe werd...Nu kwamen daar uit het Oosten eenige mannen te Jerusalem aan, wijze zieners

die in de landen achter de bergen van Galaad beroemd waren om de diepte van hunverstand, en die vroegen hem: ‘Waar is de nieuwe Koning der Joden geboren?’Hij had eerst geglimlacht. Maar toen hij van zijn spionnen en ambtenaren hoorde

dat een diepe ontroering het heele volk van Israël had aangegrepen bij het vernemenvan wat die vreemdelingen zochten, riep hij dadelijk hun Opperpriesters en geleerdenin de Schriften samen in het paleis. Allen waren ze opgekomen, met aan hun hoofdden ouden Simon, met den wijzen Hillel en den strengen Schammai. Zij vreesdendat zij waren ontboden om weer de eene of andere zware belasting te vernemen dieaan het volk werd opgelegd, of een van de tergende maatregelen waardoor de Vorstlucht gaf aan zijn haat tegen zijn onderdanen. Zoo stonden ze voor hem in dekoninklijke zaal, ernstig en stroef, met de kenteekens van hun hooge waardigheidop het hoofd en om de schouders, met

Ernest Claes, Herodes

Page 24: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

28

hun lange grijze baarden, en de blikken strak gericht op het gelaat van den Koning.En deze, terwijl hij ze aankeek, wist wat er in hun geest omging. Van den eersten totden laatsten geloofden ze aan het woord van die OosterscheWijzen. Achter de kalmtevan hun blik lag de herinnering aan den moord op den laatsten Makkabeeër. Wantgeen van allen beschouwde hem, Herodes, als den wettigen Vorst over Judea. - ‘Gijzult geen vreemden Koning aan uw hoofd stellen’, zoo luidde het gebod in hunHeilige Boeken.- ‘Wat weet gij van den nieuwen Koning?’Hij vroeg het schijnbaar met een rustige stem, om hen niet te laten denken dat hij

er eenig bijzonder belang aan hechtte. Maar geen van de strenge Raadsheeren sprakeen woord. Hun blikken bleven even strak op den Koning gericht. De vraag scheenhen niet te verrassen, en nog minder te ontroeren. Zij stonden met den rug naar hetlicht gekeerd, dat over de harde gezichten lag als een schemering. Zij peinsden beiden,de Koning en de Raadsheeren, scherp peilend in elkaars gedachten. Om de oogenvan den Vorst vertoonde zich een licht rood. Eusebos en Eutarchos, die naast dentroonzetel

Ernest Claes, Herodes

Page 25: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

29

stonden, vreesden elk oogenblik een van zijn razende uitbarstingen waarbij hij opgeen mensch meer geleek. Ook de Raadsheeren zagen die roode vlekken. Maar deKoning beheerschte zich. Hij voelde dat hij zijn vraag verkeerd gesteld had. Hij dachtvlug, en wilde niet minder sluw zijn dan deze droefgeestige Wetgeleerden.- ‘Wat zeggen uw Oude Boeken over de plaats waar de Messias der Joden zal

geboren worden?’En nu klonk de stem van den geleerden Hillel, die vooraan stond, lang en mager,

zoo klaar en krachtig als metaal:- ‘In Bethlehem van Juda, want zoo is er geschreven door den Profeet: En gij

Bethlehem, land van Juda, geenszins zijt gij de minste onder de hoofdplaatsen vanJuda, want uit U zal de Vorst voortkomen die mijn volk Israël besturen zal.’Zoo sterk en zeker als de vloer waarop zij stonden, als de muren van het

koningspaleis, als de aarde waarop het rustte, klonken deze woorden van Hillel, ende diepe zin ervan drong in de geesten als een scherp licht. Het woord weerkaatstetegen de wanden van hun ziel, en het was of ieder afzonderlijk door de strak gespannenstilte hoorde zin-

Ernest Claes, Herodes

Page 26: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

30

deren in het kloppen van zijn bloed: ‘Bethlehem... Bethlehem... Bethlehem...’ Zijvoelden allen de geheimzinnige macht en de grootheid die uitgingen van Hillelswoord, en de kleinheid van wat hen daar omringde, alsof het gedragen was op desteunpilaren van de eeuwigheid, alsof het klonk uit Jahve's eigen mond. Er was eengroote vreugde in het hart van de Joodsche Raadsheeren omdat Hillel gesproken had.De stilte die duurde na die woorden was zwaar en zwoel van denken en verwachten,

de heete dag liep naar den avond toe, de late zon stond boven de westerheuvelen enhaar stralen vielen schuins en rood door de open bogen in de koninklijke zaal.Met een lichte beweging van de hand beduidde de Koning dat het verhoor was

afgeloopen. Voorafgegaan door een paleisdienaar verlieten de Raadsheeren de zaal,even kalm en waardig, even zwijgzaam als zij gekomen waren.Een langen tijd bleef de Koning zitten op zijn troon, in gedachten verdiept. Dan

keerde hij zich tot Eutarchos en sprak:- ‘Breng in alle stilte de aanvoerders van de Oostersche wichelaars naar het paleis.’

Ernest Claes, Herodes

Page 27: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

31

En tegen den nacht waren ze gekomen, drie eerbiedwaardige grijsaards, in purperenmantels gehuld. Zij hadden hem aangekeken met onbevreesde, open blikken waaruitkinderlijke eenvoud en vertrouwen spraken. Hij had hen ondervraagd, met ongewoonvriendelijke stem, over hun herkomst en over het doel van hun verre reis. Hij hadgeen tolk noodig, want hij zelf sprak de meeste Oostersche talen. Op al zijn vragenantwoordden ze, nu de een dan de andere, met klare rustige woorden. Zij haddenniets te verbergen, en spraken op argelooze wijze van een vreemde ster die hun denweg gewezen had door de woestijn naar het land van Juda. Zij wisten, zegden ze,dat de Messias van dit volk geboren was, die als de afgezant van den Allerhoogsteop aarde onder de menschen was gekomen. En zij zochten hem nu om hem hulde tebieden. In hun verhaal was geen oogenblik aarzeling, hun zekerheid en hun reineeenvoud troffen den Koning nog dieper dan de woorden van Hillel gedaan hadden,en in zijn gemoed steeg de woede als een roode vloedgolf op. Maar nogmaalsbedwong hij zijn hartstocht. Hij sprak hen hoffelijk toe, vertelde wat de geleerdenvan zijn volk hem gezegd

Ernest Claes, Herodes

Page 28: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

32

hadden over de stad Bethlehem van Juda, bood zijn hulp aan indien ze die mochtennoodig hebben, en bij het weggaan zegde hij: ‘...en als ge het Kind zult gevondenhebben, komt dan terug langs hier en zegt het mij, want ook ik wil het aanbidden.’Zij hadden het beloofd en waren heengegaan met hoofsche woorden en diepe

buigingen. Dien zelfden nacht nog trokken ze zuidwaarts.Maar de dagen gingen voorbij en zij kwamen niet terug. En wellicht zou de Koning

zich daarover niet zoo zeer hebben geërgerd, zoo hij niet door zijn ambtenaren uitalle gouwen van het rijk vernomen had dat er meer en meer een onbegrijpelijke enniet te vatten onrust heerschte onder het volk. Door de volkstelling, voorgeschrevendoor Rome, had er een drukke beweging van heen en weer trekkende Joodschestammen over het land plaats gegrepen, en het gerucht was over berg en daldoorgedrongen tot in de verste uithoeken: dat er spraak was van den Messias dieeindelijk komen ging. En zoo was de donkere zorg weer in zijn geest geslopen omhet bestuur van het land, om zijn kroon en de troonsopvolging door een van zijnzonen. De Romeinsche Landvoogd Publius Quirinus had vandaag nog laten

Ernest Claes, Herodes

Page 29: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

33

vragen welke beteekenis moest gehecht worden aan die gisting onder het volk, enof door hem maatregelen van militairen aard moesten overwogen worden.Sedert gistermorgen waren boden en spionnen naar Bethlehem uitgezonden om

te ontdekken wat er van de vreemde sterrenwichelaars met hun talrijk gevolggeworden was, waarom ze niet langs Jerusalem waren teruggekomen, en om hendesnoods te dwingen zich voor den Koning te vertoonen. De Koning had bevelengegeven dat de boden dadelijk bij hun terugkomst voor hem moesten verschijnen,eender op welk uur van den dag of den nacht. Maar geen van hen had zich tot nu toeaangemeld..............

De nieuwe Koning der Joden...Achter hem stonden rechtop, roerloos, twee donkere gestalten. Het waren 's Konings

lijfknechten die hem nooit verlieten, de twee blinde werktuigen van zijn beslissingen.Twee herkulische mannen, waarvan de eene, Yussub, die het dichtst bij het terrasstond, hem eenmaal bij de jacht in het gebergte had gered van een zekeren dood, enden

Ernest Claes, Herodes

Page 30: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

34

Ernest Claes, Herodes

Page 31: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

35

anderen, Macras, had hij gekocht als slaaf van Moabitische kooplieden. Deze laatstehad een breed vlak gezicht, zonder eenige uitdrukking, met een sterk vooruitstekendekin en een laag voorhoofd. Het gaf aan zijn wezen iets dierlijks, dat door den koudenglans van zijn bloeddoorloopen oogen nog verhoogd werd. Yussub kwam uit deSaronvlakte. Van aan zijn rechterslaap tot in zijn kroezelbaard liep een breed litteeken.Er lag meer menschelijkheid in zijn trekken, meer overweging, minder wreedheiddan bij Macras. Beiden waren ze nog jong. Ze droegen niets anders dan een kortegele tuniek, die den gespierden rechterschouder en den arm onbedekt liet.Beneden aan den voet van het terras klonk plotseling de roep van een der wachters.

Het kwam van een jonge heldere stem en brak ineens de spanning in de feestzaal.Hooger op de trappen werd de waarschuwende roep herhaald, en ten derde male ophet terras vlakbij. Uit den donker trad nu geluidloos het hoofd van de koninklijkelijfwacht in het licht van den middenste der marmeren bogen, hij kwam tot voor denKoning, boog de knieën, en kondigde aan: ‘Een bode uit Bethlehem, Aller-

Ernest Claes, Herodes

Page 32: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

36

machtigste Heer.’De Koning had niets in zijn houding veranderd. Zijn hoofd bleef rusten op de

breede hand. Hij keek neer op den knielenden officier, en om zijn oogen trok de huidzich in diepere rimpels. Hij uitte geen woord, ook niet toen een man naar voren tradwiens bestofte kleeren en vermoeide trekken duidelijk te kennen gaven dat hij instormende haast aan het bevel van den Koning had gehoor gegeven. Hij was hethoofd van de spionnen, een kleine magere gestalte met loensche trekken, en nu hijvoor den Koning werd gebracht, en knielend even naar het dreigende gelaat durfdeopblikken, deden zijn van angst wijd geopende oogen denken aan een hond die voorzijn meester kruipt.- ‘Allermachtigste Heer, wij hebben het spoor van de vreemdelingen gevonden.’- ‘Wanneer komen ze hier?’ vroeg de Koning barsch.De knielende boog zijn gezicht nog dieper naar den vloer, hij scheen ineen te

krimpen van angst, en met bijna heesche stem antwoordde hij:- ‘Zij zullen niet langs Jerusalem terugkeeren, Allermachtigste Heer, zij hebben

het land reeds

Ernest Claes, Herodes

Page 33: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

37

verlaten...’- ‘Langs waar zijn ze vertrokken?’ De Koning zat met een schok overeind op zijn

rustbed.Men kon het hem aanzien dat een plotseling besluit in zijn geest vorm kreeg.- ‘Langs het Zuiden, Allermachtigste Heer. Wij hebben hun spoor kunnen volgen

over Hebron tot aan den rand van de Judawoestijn. Te Hebron had een man van hungevolg verklaard dat zij langs de benedenkust van de Zout-Zee naar hun landterugtogen.’- ‘Waar hebben zij zich opgehouden in de stad Bethlehem?’- ‘In de stad heeft niemand hen gezien, Allermachtigste Heer. Enkele herders,

reizende kooplieden en groentekweekers die hun waren naar de stad brachten, hebbenhen in den laten nacht ontmoet op den weg naar Bethlehem. Daar in deze dagen destadspoorten niet geslotenworden hebben de poortwachters ons geen bescheid kunnengeven. In alle herbergen en gasthoven hebben wij nasporingen gedaan, in alle stratenhebben wij op verdoken wijze het volk ondervraagd. Niemand had hen gezien, maarallen hadden over hun komst en

Ernest Claes, Herodes

Page 34: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

38

hun doel iets gehoord. Een van de spionnen kwam weer op hun spoor op de grootebaan naar Hebron, waar ze met hun talrijk gevolg in den vroegen ochtend van dentweeden dag werden gezien. Waar ze in den tusschentijd verbleven waren hebbenwij onmogelijk kunnen ontdekken.’- ‘En... het kind dat ze zochten?’- ‘Ook daarover hebben wij honderden menschen ondervraagd, Allermachtigste

Heer, geen mensch kon ons inlichten. Maar...’Hij aarzelde verder te gaan. Aller blikken waren star op hem gevestigd, en zij

bemerkten dat hij de handen krampachtig tegen elkaar drukte, en de zijn kin beefde.Hij durfde niet opblikken naar het gelaat van zijn Meester. In de stilte hoorde menweer den gedempten kuch van den wachter op het donker terras.- ‘Spreek verder.’- ‘Maar alle Joden in het land van Bethlehem en de duizenden die er voor de

volkstelling zijn toegestroomd, gelooven dat er binnen de muren der stad een kindgeboren is, dat volgens de voorzeggingen van hun oude Profeten de Messias, denieuwe Koning der Joden is.’

Ernest Claes, Herodes

Page 35: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

39

Zijn dunne stem uitte deze laatste woorden bijna fluisterend. Maar allen hadden zegehoord en voelden een huivering door hun ziel gaan. Zij wisten dat de gehatespionnenhoofdman zijn doodvonnis had uitgesproken. Heer Varus streeldezenuwachtig met de toppen van zijn vingers over zijn gladgeschoren kin. Metstijgenden toorn had de Koning op den knielenden slaaf neergeblikt. Nu keerde hijzich met een woeste beweging tot een van de twee lijfknechten achter hem, en meteen stem die door de gangen van het paleis heenklonk bulderde hij:- ‘Men sla hem het hoofd af.’Macras schoot toe, en terwijl hij zijn gespierde vuist op den schouder van den

spion legde stak deze de armen omhoog, bevend over zijn geheele lichaam, met dendoodsangst op zijn verwrongen trekken, en schreeuwde met hooge gilstem:- ‘Genade, Heer, genade!’Met geen woord of teeken antwoordde de Koning op die jammerklacht. De hand

van Macras klemde zich vaster om den schouder, hij lichtte den kleinen man bijnavan den vloer op en sleurde hem naar het terras. En steeds gilde de schrille angststem:‘Genade, Heer, genade!...’ ook toen de lijfknecht

Ernest Claes, Herodes

Page 36: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

40

Ernest Claes, Herodes

Page 37: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

41

hem over de trappen sleepte naar de benedengalerijen. Het dierlijk gekerm klonkluid door de stilte, tot het plots afbrak met het toeslaan van een deur.

Ernest Claes, Herodes

Page 38: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

42

III. - Vox populi.

Door de lage deur in den oostermuur van de paleisomheining, traden Yussub enMacras op de straat. De Koning had zich met zijn kamerdienaren teruggetrokken inzijn slaapvertrekken en zoo waren zij vrij tot den volgenden morgen.Het was een smalle donkere steeg waarin zij zich bevonden. Wel stond de maan

boven de huizen, maar hier was alles zwarte schaduw. Langs beide zijden was destraat afgesloten door de lage muren van de hoven en achterplaatsen der groote huizenvan aanzienlijke ingezetenen. Men zag er in den dag enkel eenige slaven en dienaarsdie boodschappen thuis brachten van de markten in de Voorstad. 's Nachtsverzamelden zich daar landloopers en bedelaars, gevluchte slaven en gedrostekrijgslieden, dieven en vagebonden die in deze drukke dagen van de volkstelling uitalle gouwen van het land naar de hoofdstad van Israël waren afgezakt. Het gebeurdebijna iederen nacht dat de bewoners van de huizen aan den overkant van de murenhet getier en gevloek hoorden van vechtende nachtridders, en met veel zorg werd inden avond het

Ernest Claes, Herodes

Page 39: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

43

tuinpoortje toegegrendeld. Eenige dagen te voren werden in deze slecht befaamdesteeg door de stadsdienaars twee lijken gevonden die door niemand werden herkend,en die achteraf vreemdelingen bleken te zijn uit Samarië. Daar hing in dit enge steegjebestendig een vieze lucht van dierlijken afval, van bedorven visch en urine, en vanallerlei vuilnis die er doorloopend werd neergeworpen.Yussub en Macras hoorden hier en daar het zwaar geronk van een man die tegen

den muur of in een uithoek te slapen lag, ze zagen de vage trekken van een paarneergehurkte gestalten, en nu en dan trof een gedempt gefluister, dat stil viel bij hunnadering, hun oor. Macras struikelde ineens over een der slapers. Met eenverwensching rees de donkere gestalte van den grond op om den stoorder te lijf tegaan, doch alvorens hij daartoe gelegenheid vond had de vuist van den lijfknechthem met een slag tegen den muur gesmakt. Macras grinnikte. De straat klom steilopwaarts. Ze zagen van hier hoogerop het roode licht dat uit de smidse van Ephrasover de straat viel en tegen den muur aan den overkant, waar een kleine wagen metgebroken as tegen den grond lag. Het geluid van

Ernest Claes, Herodes

Page 40: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

44

den smidshamer klonk eenig en verloren in de stilte die in dit gedeelte van de stad,nabij het koninklijk paleis heerschte. Zij onderscheidden nu ook de donkere vormenvan een paar cypressen in de tuinen achter de muren, die toch nog in de schaduwlagen van de hooge huizen. Toen ze langs de smidse gingen bleven ze even staan enkeken naar binnen. Van den vroegen ochtend tot diep in den nacht was Ephras numet zijn twee helpers aan den arbeid om wagens en tuig van lastdieren te herstellen,waarvan de eigenaars in de smidse bleven wachten. Telkens als de houtskolen vanhet smidsvuur even opvlamden gleed er een rosse schijn over de naakte gespierdearmen van Ephras en over de gezichten van dewachtenden. Deze luisterden schijnbaarmet aandacht naar wat een van hen, een man met een zwarten baard, vertelde. Enterwijl de smid een oogenblik zijn hameren staakte, hoorde Yussub eenige woordenvan zijn verhaal: ‘...en in gansch Samarië er over gesproken wordt dat de tijd gekomenis door de Profeten aangekondigd, en wanneer ik bij mijn terugkomst zal vertellenwat deze sterrenwichelaars hier hebben...’ Verder hoorde Yussub niets meer. Ephrasriep iets op een van

Ernest Claes, Herodes

Page 41: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

45

zijn helpers, en een van de wachtenden keerde zijn hoofd naar den uitgang. In denlichtschijn zag hij de twee donkere gestalten voor de deur stilstaan. Allen zwegen zetoen en keken met schuwe blikken naar Macras en Yussub.Wat verder was de huizenreeks aan de linkerzijde onderbroken, en in het licht van

de volle maan, dat hier ongehinderd over de gevels van de huizen vloeide, zagen zede puinen van den ouden Ephraïmtoren en van de vroegere wallen. Vlak voor henrezen hoog tegen den helderen nachthemel de tinnen en muren van den Tempel inzwarte lijnen afgehoekt. Aan den voet van den vervallen stadsmuur was een soortlegerplaats opgericht van tenten en wagens, ze hoorden in den donker paarden enmuildieren kauwen op hun gebit en een paar stemmen van knechten die nog bezigwaren aan het een of ander werk. Tegen den stadsmuur was een vuur aangelegdwaarboven een zwarte ketel hing, en twee vrouwen, in mantels gehuld, zaten daarbij.Tusschen de wagens stonden hier en daar eenige groepjes stil onder elkaar tefluisteren. Voorbij het paleis van de Makkabeeërs en het Xystus kwamen ze aan debrug, vandaar op de

Ernest Claes, Herodes

Page 42: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

46

Groote Straat, en zoo daalden ze af naar het Kaasmakersdal.De nieuwe indeeling van de provinciën, de schatting van de goederen voor de

grondbelasting, en vooral de volkstelling, hadden in dezen tijd van vrede en rusttienduizenden Joden en niet-Joden uit alle deelen van het land, zelfs van uit hetOverjordaansche en van de zeekusten, naar de hoofdstad gebracht. Nooit had mennaar menschenheugenis te Jerusalem een drukte gekend als in deze dagen. In deGroote Straat stonden wagens en allerlei voertuigen in een bijna onafgebroken rijlangs de huizengevels, zoodat het vervoer er door bemoeilijkt werd. De winkels,vooral hier in de volksche benedenstad, deden gouden zaken. Nacht en dag kwamener door al de poorten van de stad nieuwe drommen toegestroomd, de schamele herdersmet vrouw en kinderen en een zwaar bepakten ezel, naast de rijke grondbezitters enlandheeren met paarden en kameelen en vol geladen wagens. En zoodra zij zichhadden in regel gesteld bij de Romeinsche opnemers voor de volkstelling en deschatting, zakten ze af, de Noorderlingen naar de Voorstad tusschen denAntoniaburchten den Tem-

Ernest Claes, Herodes

Page 43: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

47

pelheuvel, terwijl degenen die van het Zuiden kwamen meestal of in de bovenstadof in de benedenstad verblijf zochten. Bijna allemaal maakten ze van deze gelegenheidgebruik om de heilige stad van hun vaderen, over welker wonderen zij van kindsbeenaf hadden hooren spreken, van boven tot onder te bezichtigen, in groepjes liepen zeover de klimmende en dalende straten, de vermoeide kinderen aan de hand van deouders, en waar ze stilstonden, bij het graf van Koning David, voor het schitterendpaleis van Herodes, voor de heiligdommen van hun volk, de heidensche arenas enschouwburgen, theaters en renbanen door Koning Herodes opgericht, was er telkenseen der ervaren ouderen die de verklaring gaf over het gebouw en zijn geschiedenis.Voor den Antoniaburcht, aan den noordwesthoek van den Tempel, blikten ze schuwop naar de Romeinsche schildwachten met hun koperen helmen en wapenschilden,en bij het minste gebaar dat een soldaat van boven op de wallen naar hen deed, stovenze uiteen als angstige schapen. In de Voorhoven van den Tempel, vooral rond hetuur dat de megrephah luidde, was er een opeenhooping van volk zooals men zelfsop de drukste

Ernest Claes, Herodes

Page 44: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

48

dagen van het Paaschfeest of het Loofhuttenfeest nooit had gekend, en immeraandrongen nieuwe scharen binnen door de dubbele poorten en gangen. De meestengeraakten echter niet verder dan het Voorhof der Heidenen en hoorden slechts vanver het geluid der Trapzangen voor de poort van Nicanor en de psalmen van deLevieten, met den klank van de zilveren bazuinen in het Voorhof der Priesters.Hadden de talrijke Tempeldienaars, in hun helderwitte gewaden, door dringen enstooten en luide waarschuwingen niet onverpoosd aangemaand voortgang te maken,niet ter plaatse als vastgenageld te blijven staan gapen, zouden ernstige ongevallenniet zijn te vermijden geweest. Want hier toch was de godgewijde grond van hunoorsprong en hun stam, het hoogheilige bezit Van hun volk, Israëls middelpunt enhartehart. Hier stonden ze voor het heerlijkste wonder dat door menschenhanden wasgeschapen geweest, en het was van hen, alleen zij mochten hier de heilige Voorhovenbetreden. Hier was het dat Abraham Isaac wilde slachtofferen en dat een Afgezantdes Heeren zijn arm tegenhield, hier zag David den Schutsengel staan, en hier bouwdezijn zoon den

Ernest Claes, Herodes

Page 45: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

49

eersten Tempel. In trotsche vervoering keken ze naar de bronzen poorten met gouden zilver belegd, naar de uitgestrekte Voorhoven en zuilengangen, de veelkleurigevloeren en slanke kolommen, de hooge torens met de vergulde spitsnaalden, en naarhet witmarmerenHeiligdom. In hun opgetogenheid wisten ze niet waar ze de blikkenmoesten wenden, het overrompelde hen als iets dat niet tot de aarde behoorde,sprakeloos lieten ze zich door de ijverige Tempeldienaars voortdrijven, en wanneerze dan weer beneden aan den voet van den Moriaheuvel stonden, waren ze als in dengeest geslagen door wat langs hun blikken was voorbijgegaan. Dan werd er in allegroepjes, langs de straten, op markten en legerplaatsen, weer gefluisterd van denieuwe tijden die komen gingen, van de geheimzinnige vreemdelingen uit het Oosten,van den Messias.Jerusalemwas in die dagen als eenmenschelijk mierennest. Demarkten en pleinen,

met hun talrijke tenten en overdekte wagens, leken op nomadenkampen. Eenopengelaten ruimte in het midden diende als kookplaats, en tot ver in de straten daaromheenwalmde de dikke beklemmende lucht van gebraden schapenvleesch. Gelukkighadden de

Ernest Claes, Herodes

Page 46: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

50

meesten hun eetvoorraad voor mensch en dier medegebracht, maar toch werden debakkerijen, de winkels van vleesch en andere eetwaren door een groote menigtebestormd, en de straatventers met platte Johannisbrooden en warme korenkoeken,met kruikjes olie, met dadels, amandelen, vijgen en druiven, ja zelfs de waterventersmoesten voortdurend hun voorraad vernieuwen. De gasthoven, de herbergen enkroegen zaten nacht en dag stampvol, vele kooplieden en leurders waren naarJerusalem afgezakt en verteerden er kwistig het gewonnen geld. Bijna iederen nachtontstonden er relletjes tusschen het gespuis dat ook van wijd en zijd was afgekomen,of wel waren het dronken soldaten van het garnizoen die slaags geraakten metfanatisch nationaal gezinde Israëlieten, of Galileeërs tegen Samaritanen, en waar deaanhangers van het oude koningshuis en die van het nieuwe regime elkaar ontmoetten,kwamen de messen te voorschijn en werden de koppen ten bloede geslagen. Depatroeljes van den burcht en van de versterkte stadspolitie doorkruisten dag en nachtde stad en traden zeer hardhandig op. Een week geleden werd er 's nachts, in de slecht

Ernest Claes, Herodes

Page 47: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

51

befaamde kroeg van Chiesub op den hoek van de Wolmarkt en de Ezelsstraat, eenkoopman uit Emaüs vermoord en uitgeplunderd. De soldaten van den landvoogdhadden Chiesub en zijn knecht onmiddellijk aangehouden en laten hangen vlak buitende Mestpoort, al had Chiesub ook luid gillend zijn recht opgeëischt om voor deJoodsche rechters te verschijnen.

Yussub en Macras stapten zwijgend door de nachtelijke straten van Jerusalem. Hetmaanlicht boven de stad wierp hier een flauwe schemering tusschen de huizengevels,en wanneer ze opblikten zagen ze hier en daar over den rand van de platte daken dendonkeren vorm van een hoofd dat zich neerboog om te zien wat er in de straatgebeurde. De tweewandelaars schonken geen aandacht aan demenschen die, ondanksde nachtkoelte, overal tegen de gevels zaten neergehurkt en met stille stem onderelkaar spraken. Zij wisten trouwens waarover het bij allen ging: de zonderlingevreemdelingen die in de stad waren te zien geweest en die den nieuwen Koningzochten. Uit een duistere steeg klonk nu en dan de brutale lach van een

Ernest Claes, Herodes

Page 48: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

52

vrouwenstem of het rauwe geluid van een vloekenden dronkaard. Bij de hoopen afvalen vuilnis in de straat zochten verloren honden naar een mager voedsel, en menhoorde ze in den donker grauwen en grollen bij de minste stoornis.Yussub enMacras sloegen links deWaterleidingsstraat in, die naar de Bronnenpoort

leidde in den oostermuur. Op den hoek vap een straatje dat op de wallen uitliepstonden ze stil voor de deur van een laag huis waarboven een kleine lantaren eensober gelen schijn over den gevel wierp. Het gezoem van vele stemmen daarbinnendrong dof tot hen door, en verstomde plots toenMacras op de deur klopte. Zij hoordeneen oogenblik daarna den grendel wegschuiven, de deur werd op een kier geopend,en door de schemering van de kamer achter hem herkenden zij Sephar, den waardvan de herberg, en deze herkende zijn twee klanten.- ‘Zoo laat nog?’ groette Sephar stil.- ‘De dienst,’ antwoordde Yussub.Sephar liet hen binnen, en terwijl hij met de linkerhand de deur weer grendelde,

hield hij hen tegen met de rechterhand.- ‘Hoor eens, fluisterde hij snel, er wordt

Ernest Claes, Herodes

Page 49: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

53

zwaar gespeeld dezen avond. Die dikke onderofficier van het garnizoen is er ookweer, met den langen Griek. Ze doen precies of ze te veel gedronken hebben, maarhet is veinzerij, ze hebben alles samen slechts drie kruiken geledigd. Ze spelen telkensmet drie, de soldaat verliest en de derde ook, maar de Griek wint aldoor... Hij speeltmet valsche teerlingen, houdt hem in het oog!’Het vertrek waarin zij zich bevonden was een ruime vierkante plaats, sober verlicht

door enkele olielampen die van de lage zoldering neerhingen. Geen enkele versieringwas er ergens aangebracht. Aan het verste eind brandde de haard, waarrond viermannen stil onder elkaar zaten te praten. Tegen de twee langzijdsche wanden zaten,in groepjes van twee of drie, rond kleine tafels, een vijftiental mannen met al hunaandacht verdiept in het dobbelspel. Naast elk van hen stond een steenen kruik meteen tinnen wijnkroes. Telkens als de teerlingen over de tafel rolden bogen de koppenzich gretig voorover om de getallen te zien, die hier een gesmoorde verwensching,daar een uitroep van blijde verrassing deden ontsnappen. Bij deze tafel uitte er eenspeler heftig verzet tegen een twijfel-

Ernest Claes, Herodes

Page 50: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

54

achtigen worp, bij de andere ging een dreigende vuist omhoog omdat de medespelertegen de tafel stiet op het oogenblik dat de dobbelsteenen vielen, betwistingen overde getallen, over het verdachte scharrelen met de steenen, over berekening en verlies,rezen nu aan deze dan aan gene zijde op. Over het tafelblad heen, met de gezichtenbijna tegen elkaar, gloeiden dan de blikken van de twistenden van ingehouden haat,en als de ruzie te luidruchtig dreigde te worden kwam de waard toegeschoten om ermet een kort woord een eind aan te maken.Sephar stond rechtop, in den hoek vlak tegenover de deur, achter een hooge tafel

overdekt met groote en kleine kroezen en steenenwijnkruiken. Hij was eenArmeniaanvan reusachtige gestalte. Gedurende de twee jaar dat hij dit speelhuis bij deBronnenpoort hield, had hij, beweerde men, goote rijkdommen vergaard. Tegenwoekerinteresten leende hij geld aan klanten van goeden huize, hij wisselde goudensieraden en edelsteenen, waarvan hij de herkomst niet vragen wilde, om in baar geld.Vooral in deze dagen, met den toevloed van volk en den bloeienden handel, stroomdehet goud bij

Ernest Claes, Herodes

Page 51: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

55

hem binnen. Van achter zijn schenktafel hield hij de blikken gericht op de deur enoverzag hij de spelers. Er waren dezen avond enkele vreemdelingen, rijke koopliedenzagen ze er uit, die voor hooge sommen speelden. Aan hun opgewonden gezichtenmerkte hij dat ze door de speelwoede waren aangegrepen en blindelings vertrouwdenop het lot. De anderen waren zijn gewone bezoekers.Bij een der teifeltjes zaten, met een jongen vreemdeling, de Romeinsche soldaat,

een zwaar gebouwd man, en de lange magere Griek tegen dewelke de waard Yussuben Macras gewaarschuwd had. De soldaat die, door de wachthoudende soldaten omte koopen, bijna iederen nacht den burcht kon verlaten om zich in de taveernen aanallerlei uitspattingen over te geven, had zijn zwaardmet den lederen riem opgehangenaan een houten haak tegen den muur. Hij veinsde inderdaad, zooals Sephar hadgezegd, meer dronken te zijn dan hij was, lachte met luid gebral, en sloeg denmagerenGriek vertrouwelijk op den schouder. Deze had al zijn aandacht staan op het spel enop den medespeler. Een stapeltje gouden munten lag naast hem. De Romein en devreemde verloren

Ernest Claes, Herodes

Page 52: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

56

Ernest Claes, Herodes

Page 53: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

57

keer op keer, maar terwijl deze laatste door zijn afgetrokken zwijgende houdingtoonde dat die voortdurende tegenslag hem verdroot en ergerde, lachte de soldaatalsof het verlies voor hem slechts een grap was.Een man stond recht van een der tafeltjes, Hij trad op Sephar toe, trok uit den

binnenzak van zijn overkleed een voorwerp, hield het den waard onder de oogen envroeg:- ‘Hoeveel goudstukken geeft ge mij daarvoor?’Sephar nam het voorwerp in de hand en hield het dichter bij het licht van een der

lampen. Het was een vreemdsoortig sieraad, zonnen en sterren waren er ingekerfd,en Sephar knikte glimlachend bij den eersten blik dien hij er op wierp.- ‘Dat is het tweede van dien aard dat men mij aanbiedt... Dat hebt ge zeker niet

ontvangen in uw vischwinkel, mijn Zeboros.’- ‘Ik vraag u alleen wat het u waard is,’ antwoordde de andere norsch.Zonder op zijn vraag in te gaan sprak Sephar verder als tot zich zelf:- ‘Ja ja, dezelfde magische teekens staan er op...

Ernest Claes, Herodes

Page 54: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

58

Misschien heeft het stuk wel een wondere kracht in de Oosterlanden... Het komt vande vreemde sterrenwichelaars, niet waar, mijn Zeboros?... Als goud is het niet vanhet zuiverste.’- ‘Hoeveel?’ vroeg de vischverkooper woedend.- ‘Ik geef er u twee goudstukken voor, mijn zoon.’ En uit de lederen beurs die aan

zijn gordelriem hing haalde hij het geld te voorschijn. Zeboros betaalde daarmedeeerst zijn gelag, en terwijl hij het kleingeld van de tafel opraapte vroeg Sephar:- ‘Wat waren dat voor vreemdelingen, Zeboros?’- ‘Gekken, geloof ik... Een soort toovenaars of wonderdoeners, onnoemlijk rijk...

Hun dienaars beweerden dat ze van de landen achter de Zout-Zee kwamen.’- ‘Wat kwamen ze in de hoofdstad eigenlijk verrichten?... De volkstelling geldt

toch alleen voor de Joden.’- ‘Zij kwamen niet voor de volkstelling, en het waren geen Joden. En toch, dat is

nu het gekste van de zaak, zij beweerden dat ze den nieuwgeboren Koning van deJoden zochten.’

Ernest Claes, Herodes

Page 55: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

59

- ‘Ja, alleman praat daar nu over, mijn Zeboros.’- ‘Ik zeg, de Messias van de Joden. Denk eens aan!... Ze waren er heilig van

overtuigd, door ik weet niet welke geheime wetenschap, dat die hier ergens ter wereldgekomen is.’- ‘Gelooft gij dat ook, Zeboros?’- ‘Zijt ge gek, Sephar!’De waard boog zich dichter naar hem toe en fluisterde:- ‘Maar die ginder bij den haard zitten gelooven het even vast.’De vischverkooper keerde de blikken naar het eind van de kamer waar de vier

mannen in schamele kleeren bij het vuur zaten. Zij schenen daar geheel van de anderenafgezonderd en niet te weten wat er om hen gebeurde. Zeboros knikte met het hoofden mompelde verachtelijk: ‘Natuurlijk, dat Joodsche luizenvolk gelooft alles!’ entrok terug naar zijn speeltafel.

De oudste van die daar zaten bij het haardvuur was een schapenhoeder van Sephardie over dezes kudden waakte in de vruchtbare streek ten Zuiden

Ernest Claes, Herodes

Page 56: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

60

van Bethlehem. Hij had van zijnmeester opdracht gekregen twintig schapen te leverenaan de Tempeldienaars voor de offeranden, en daar hij tegen den avond slechts wasklaar gekomen met zijn werk, had Sephar hem gevraagd den nacht in zijn huis doorte brengen. Hij hiet Zeboïl. De drie anderen waren van zijn maagschap, zij woondenin de werkmansbuurt bij de Mestpoort, en hij had van Sephar de toelating gekregenze dien avond bij hem te laten komen.Met de oogen gericht op het vuur zaten ze daar en luisterden naar Zeboïl. Wat hij

hun vertelde was zoo wonderlijk, zoo ongelooflijk weemd dat, toen Zeboïl ophield,zij voort bleven staren op het vuur, en geen woord spraken.Wel waren ze rechtzinnigeJoden, die de wet onderhielden, als ze luisterden naar de voorlezing uit de HeiligeBoeken van hun volk kon hun geest wel een oogenblik wegzweven in droomendevervoering omheen de opgeroepen gestalten van de Aartsvaders en de Profeten, maarze waren ookmenschen die dag-in dag-uit hard zwoegden voor het dagelijksch brood,met nuchteren geest en praktischen zin. En wat Zeboïl hun daar mededeelde leekzoo buiten al het

Ernest Claes, Herodes

Page 57: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

61

gewone, buiten al het mogelijke en verwachte, haast een sprookje, of kindscheinbeelding van iemand die, altijd alleen met zijn kudden in het open veld, te veel inzich zelf gekeerd is, en voor werkelijkheid nam wat zijn verbeelding in hem opriep.En toch, Zeboïl was een vroom godvreezend man, ze hadden hem nooit dwaashedenhooren vertellen, hij dronk nooit verboden dranken, en, hoorden ze zelf niet overalonder hun volk allerhand gefluister over de spoedige komst van den Messias...- ‘Hebt ge gehoord van die Oostersche sterrenwichelaars die een paar dagen geleden

nog hier waren?’ vroeg Osias, de timmerman, om de aandacht af te leiden van Zeboïlsverhaal. ‘Men heeft mij gezegd dat die ook zochten naar denMessias die zou geborenzijn... Zij werden op het paleis van den Koning ontboden en sedertdien heeft menniets meer van hen gezien of gehoord.’Ja, Zeboïl had daarover het een en het ander vernomen van een vriend dien hij bij

de Tempelpoort ontmoet had.- ‘Maar Zeboil,’ vroeg nu de jonge Daniël, zoon van Kofas, den paardenkoopman

uit de Waterstraat, ‘in een grot, zegt ge!... Het waren

Ernest Claes, Herodes

Page 58: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

62

dus arme menschen?... Dat kan toch niet, Zeboïl?...’- ‘Ze zagen er uit als arme menschen, mijn Daniël, al hadden ze in de grot slechts

een onderkomen moeten zoeken omdat er in de stad nergens plaats meer te vindenwas. Maar de man was een opvallende edele verschijning en de vrouw waswonderschoon.’Weer blikten ze zwijgend in het vuur. Osias zuchtte hoorbaar, en Daniël schudde

het hoofd. Hoe! De Messias, de Heerscher over het volk, de Verlosser van Israël, deKoning, die sedert de Aartsvaders door het volk was verwacht om het te brengen totmacht en grootheid, zou zijn een zoon van kleine lieden, uit een dorpje in Galileanog wel, en hij kwam ter wereld in een grot... Over het jonge gezicht van Daniëlkwam een smartelijke trek van ontgoocheling. Maar toen sprak Jeroa, de oudeschoenmaker, die totdantoe gezwegen had:- ‘Ik geloof u, mijn Zeboïl... Ik geloof dat de tijden van de Profeten volbracht zijn

en dat het kind waar de engel u heenleidde de Uitverkorene, de Afgezant des Heerenis. Alles wat er nu in de wereld geschiedt wijst er op dat er wonderbaarlijke

Ernest Claes, Herodes

Page 59: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

63

Ernest Claes, Herodes

Page 60: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

64

dingen te gebeuren staan.’- ‘Maar Jeroa, die arme menschen’, uit Galilea...’- ‘Mijn Daniël, velen zullen twijfelen aan zijn komst, zooals de Profeten hebben

voorspeld. Maar nergens staat geschreven dat de Eene die komen moet zal geborenworden uit een geslacht van wereldsche vorsten of grooten. Is de vrouw niet uit hetgeslacht van David, zooals ze aan Zeboïl zegde? En hoedde David zelf niet de kuddenzijns vaders? Ik zeg u...’Een plotseling heftig lawaai bij de dobbelaars in het verdere deel van de zaal deed

hen verstommen. Aan de speeltafel van den Griek en den Romeinschen solaaat wasde jonge koopman vertrokken nadat hij zijn laatste goudstuk had zien verdwijnentusschen de vingers van den Griek. Macras had zijn plaats ingenomen.Want de weekte voren had hij aan deze twee al zijn geld verloren, en zelfs een gouden gesp, eenerfstuk van iemand uit zijn geslacht. Yussub had zich achter den stoel van zijnkameraad geplaatst. Terwijl nu de soldaat voortging door geveinsde vroolijkheid hetspel op te jagen en daarbij Macras voortdurend aanzette tot

Ernest Claes, Herodes

Page 61: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

65

drinken, om zijn aandacht af te leiden van den Griek, hield Yussub onopgemerkt denblik scherp gericht op het doen van dezen laatste. En opeens scheen hij iets ongewoonste ontdekken. Hij stiet, ongezien van de anderen, Macras even tegen den rug om hemte waarschuwen, schoof zachtjes dichter naar den Griek toe, en plots, juist toen dezeop het punt stond de teerlingen neer te werpen, schoot zijn arm vooruit en omklemdezijn stalen vuist de vooruitgestoken hand. Hij wrong den armmet zoo 'n woesten rukopwaarts dat de beenderen kraakten en de Griek een kreet van pijn liet ontsnappen.Hij opende de hand, en nu zagen de anderen ook dat hij, behalve de tweedobbelsteenen waarmede het spel werd gespeeld, tusschen zijn kromme vingers nogtwee andere steenen geklemd hield. Met de linkerhand schoof Yussub snel het goud,dat voor den valschspeler op de tafel lag, naarMacras toe. De soldaat uitte een luidenvloek, sprong recht, en greep naar zijn zwaard achter zich. Maar nog eer hij het halfuit de schede had kwam de geweldige vuist van Macras zoo verpletterend op zijnschedel neer dat hij wankelend langs den muur weggleed en met het hoofd tegen eender naaste speeltafels

Ernest Claes, Herodes

Page 62: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

66

Ernest Claes, Herodes

Page 63: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

67

tegen den grond sloeg. Het gebeurde alles zoo bliksemsnel dat de andere spelers nietbegrepen wat er voorviel. Yussub, die rechtstond naast Macras, hield dezen terugmet de linkerhand, daar hij pogingen deed om op den jammerenden Griek los teslaan, en zegde, zoo dat iedereen het hooren kon: ‘Die vervloekte Griek speeldevalsch!... Hij moet er voor boeten!’ Sephar kwam eveneens toegesprongen. ‘Hijspeelde inderdaad valsch, bevestigde hij, daar zijn de dobbelsteenen waarmede hijtelkens won.’ Met een woest getier drongen ze nu van alle zijden naderbij, want zebegrepen eindelijk waarom ze de vorige dagen hun geld verloren hadden aan denGriek. Benigen schopten den bewusteloozen soldaat tegen het lijf, anderen hievende vuist omhoog tegen den Griek, toen plotseling op de voordeur een heftig kloppenweerklonk. Het gerucht in de lage kamer verstomde bijna even snel als het ontstaanwas. In de dreigende stilte slopen er een paar, een inval van de politie vreezende,geluidloos naar de deur achter de schenktafel. Sephar, na een snellen blik door dekamer, opende voorzichtig op een kier de voordeur, en na een oogenblik fluisterendpraten liet hij een man binnen.

Ernest Claes, Herodes

Page 64: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

68

Yussub en Macras herkenden den staldienaar van het paleis. Hijgend van het loopenkwam hij dadelijk op hen toe.- ‘Yussub, Macras, vlug naar het paleis!... De Koning vertrekt nog heden nacht

naar Bethlehem.’

Achter in de zaal, bij het haardvuur, fluisterde de oude Zeboïl:- ‘Geloof me, mijn Daniël, ik heb den engel gezien zoo waar als ik u zie, ik heb

zijn stem gehoord zoo waar als ik uw stem hoor, toen hij zeide: dat in de stad vanDavid de Zaligmaker geboren was die Christus de Heer is. ‘En dit zij u een teeken,zoo sprak hij, gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.’- En wij vonden het kind.’

Ernest Claes, Herodes

Page 65: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

69

IV. - Yussub zoon van Dismas.

Door den klaren nacht reed de Koning in snellen draf, gevolgd door slechts éénpaleisdienaar met Yussub en Macras, over den weg van Jerusalem naar Bethlehem.De maan stond schuins boven de stad. In het eerst viel de schaduw van de hoogestadswallen over den weg, maar van af het punt waar die zich in twee splitste, langsbeide zijden van de Hinnomvallei, reden ze voort in het volle licht over de goedaangelegde heirbaan. De Koning reed vooraan, hoog en recht op zijn wittenwoestijnhengst. Achter hem kwamen Yussub en Macras, en daarna de paleisdienaar,die een los paard bij den teugel hield waarop een tent en andere zaken waren geladen.Niets verried aan hun kleeding dat het de Koning was met zijn dienaren die daarvoorbijdraafden in den nacht. Eenige late reizigers, die naar het Zuiden terugkeerdenvan de volkstelling, of kooplieden met zwaarbepakte muildieren en kameelen opweg naar de hoofdstad, riepen hun scheldwoorden en verwenschingen na omdat devier geheimzinnige ruiters door hun woesten rit de vermoeide lastdieren deden

Ernest Claes, Herodes

Page 66: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

70

Ernest Claes, Herodes

Page 67: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

71

schrikken en uit de baan dreven. Maar de Koning hoorde of zag niets. Geen enkelemaal keerde hij het hoofd naar links of rechts. Zijn blikken stonden gericht op deschemerige verte, op den weg voor hem, die in het witte maanlicht een grijze streeptrok tusschen en over het heuvelland. In zijn opgehitsten geest stormden de gedachtenen beelden omheen de plaats waarheen hij zich begaf, om hetgeen hij daar doen ging,en de snelle draf van zijn vurig ros deed het bloed nog heeter door zijn hart jagen.Het was een kalme nacht. De hemel stond open en klaar, met enkele vage sterren,

en in het witte maanlicht leek het land in geheimnisvol verwachten wakend te rusten.Een koel windje kwam van de zee over de vlakte van Sephala, en de laatste blaartjesvan de olijfboomen, links en rechts van den weg, ritselden met een dun gesuis doorden nacht. Enkele herdersvuren waren als roode stippen tegen de heuvels oostwaarts,en een paar keeren hoorden ze het blaffen van den jakhals.De weg klom in lichte glooiing, en toen ze den heuvelkam bereikten strnikelde

het losse dier van den paleisdienaar, met het gevolg dat een deel van

Ernest Claes, Herodes

Page 68: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

72

zijn last op den grond viel. De Koning hoorde het en bleef staan. Ook de paardenmoesten rusten. Yussub sprong uit den zadel, gaf de teugels in de hand van Macrasen wilde den knecht helpen.- ‘Het is niet noodig, zegde deze zacht, het is zoo dadelijk weer in orde.’Yussub bleef staan op den rand van den weg. Het was daar vlak voor hem, in een

inzinking van den heuvel, een verlaten legerplaats waar kort geleden een talrijkereizigerstroep moest gekampeerd hebben. Hij herkende het in het maanlicht aanallerlei afval die er nog verspreid lag, aan de lucht van dierenmest, en aan deuitgedoofde vuren. Een ervan brandde nog smookend, en Yussub zag er twee donkeregestalten bij neergehurkt. Hij stapte op hen toe. Het waren een man en een vrouw,herdersvolk, en de man keerde zijn gezicht naar hem op.- ‘Wat doet gij hier?’ vroeg Yussub.Met bevende stem antwoordde de man:- ‘Onze kudde graast hier vlakbij, machtige heer.’Yussub wierp een blik over den grond en vroeg weer:

Ernest Claes, Herodes

Page 69: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

73

- ‘Wie had hier zijn kamp opgeslagen?’- ‘Het waren vreemdelingen uit het Oosten, machtige heer, die enkele nachten

geleden hier hebben gerust met een groot gevolg van dienaren en lastdieren... Zijhebben ons bij hun vertrek veel eten nagelaten. De Heer zegene hen en hunnageslacht.’- ‘Waar zijn ze heengetogen?’- ‘Zuidwaarts, machtige heer, op den weg naar Bethlehem, omdat...’ De stem die

rustiger geworden was, stokte ineens.- ‘Omdat?...’- ‘...omdat, zegden ze, de Messias daar geboren was. En toen ze gingen keken ze

naar de sterren en één fel schitterende ster stond aan den hemel tusschen de andere...’Yussub keek van hen weg in den nacht. Wat was dat toch voor een dwaze

geschiedenis, die sterrenwichelaars, waarover hij overal en telkens weer hoordefluisteren, die hij had zien knielen voor den Koning, en die Messias, ergens een kleinkind, waardoor zijnMeester in zulke dolle drift was gebracht... Maar door zijn donkerbloed en in zijn bijgeloovigen geest sloop iets als een rilling

Ernest Claes, Herodes

Page 70: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

74

voor het geheimzinnige dat deze gebeurtenissen omringde, en dat de stem van denneergehurkten man sterker in hem wakker riep. Hij was met Macras 's Koningslijfknecht, de uitvoerder van zijn wildste bevelen en dwaaste luimen, hij kende geengevoelens, alleen instincten, en nu werd er heel even in hem iets wakker dat hij nooithad gewaar geworden. Hij keerde zich naar den weg toe. Aan de overzijde stond opeen kleine verhevenheid een kruis, waaraan eenigen tijd te voren een beruchtebaanstrooper zijn verdiende straf had gekregen van de Romeinsche gerechtsdienaars.De schaduw van dit kruis viel over den weg en over Yussub. Hij zag het kruis niet,en ook niet de schaduw. Maar hij huiverde weer, van de stilte, van den nacht, vande stem van den armen herder, en van iets dat hij niet zeggen kon.............

Toen de eerste morgenklaarte kil en grauw over het land kroop naderden zij de murenvan de stad Bethlehem. Voor de open stadspoort zagen zij de drukte van groente- enveehandelaars, en vele tenten van vreemdelingen die voor de volkstelling

Ernest Claes, Herodes

Page 71: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

75

naar Bethlehemwaren gekomen en binnen demuren geen onderdak hadden gevonden.De Koning riep zijn dienaar, hij sprak eenige woorden met hem, en daarop sloeg hijlinks een zijweg in die oostwaarts om de stad heenboog. Toen ze gekomen warenter hoogte van de tweede stadspoort, verliet hij den weg en reed op een rij rotsachtigeheuvels toe. Achter een van deze hield hij stil. Het was een verlaten plaats, waarnergens een spoor van voetpad was te zien. Hij sprong van zijn paard en gaf bevelaan zijn dienaar daar de tent op te slaan. Toen deze met behulp van Yussub daarmeeklaar was, hulde de Koning zich in een langen donkeren mantel, bond een zwartzijden doek om zijn hoofd, zoodat hij er moest uitzien als een reizend koopman. Danriep hij Macras tot zich, zegde tegen de twee anderen dat ze daar op zijn terugkomstwachten zouden, en te voet, gevolgd door Macras, ging hij den weg op naarBethlehem. Yussub en de dienaar keken hen een oogenblik na tot zij verdwenenachter den heuvel. Toen zij zich omkeerden rees de zon bloedrood boven de bergenvan Juda.Naar Bethlehem trok Koning Herodes, om den nieuwen Koning der Joden te

zoeken, het pasge-

Ernest Claes, Herodes

Page 72: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

76

boren kind, den Messias.............

Terwijl de dienaar zich bezighield in de tent, zorgde Yussub voor de paarden. Toenhij ze vastgebonden had aan de staken ging hij op zoek naar water. Hij stapte overde helling van den heuvel, en toen hij neerkeek op de vlakte zag hij een man, meteen houten emmer in de eene hand en een kruik in de andere in de richting gaan vanhet struikgewas een eindje verder tegen de rotsen. Yussub volgde dien vreemdenman. Hij zag hem zijn emmer en zijn kruik vullen bij een bron en dan terttgkeeren.Als hij Yussub opmerkte scheen hij even te schrikken, en in het voorbijgaan groettehij. Hij had kalme zachte oogen, en droeg een mantel zooals die van het Noorden.Yussub vulde zijn twee emmers en keerde terug. De vreemde man stapte nu voor

hem uit. Vlak voor den heuvel, waarachter de tent was opgeslagen, zag hij hem ineen der rotsgrotten verdwijnen. Er waren daar meer van die grotten, die door deherders als stallen gebruikt werden, 's nachts of bij onweer, voor hun schapen engeiten. Terwijl Yussub

Ernest Claes, Herodes

Page 73: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

77

langs de grot stapte, waarin de man verdwenen was, wierp hij een blik naar binnen,en bij den ingang zag hij een jonge vrouw zitten met een kindje op haar schoot.Achter haar, in de schemering van de spelonk, zag hij den man staan, die naar devrouw en het kind keek. Yussub dacht dat het arme menschen moesten zijn.Hij liet de paarden drinken, wreef hun huiden droog, en ging op zoek naar gras.

Daarna hielp hij den dienaar met het werk in de tent. Deze brandde vannieuwsgierigheid om iets meer te vernemen over den nachtelijken tocht. Al wist hijwel dat de Koning gevolg gaf aan de vreemdste invallen, en zelf handelend optradwaar hij anderen niet vertrouwde, begreep hij er ditmaal niets van. Hij had nietsgehoord van eenigen opstand of komplot, en dat plotseling vertrek, de rit door dennacht, - zie, wat beteekende het allemaal. De dienaar keek Yussub, met wien hij weleens meer praatte als Macras er niet bij was, vragend aan. En Yussub vertelde hemalles wat hij wist over den voorbijen nacht, en dat de Koning nu waarschijnlijk zelfop zoek was gegaan naar den pas geboren prins, zijn vijand, die ergens voor hemverborgen werd gehou-

Ernest Claes, Herodes

Page 74: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

78

den. Zij spraken op stillen toon, en in hun geest vormden zich allerlei beelden vanheden en toekomst. Dan vroeg de dienaar of Yussub naar de stad wilde gaan om erhet een en ander te koopen dat hij in de haast van het vertrek vergeten had. Yussubging. In plaats van recht op de stad toe te gaan liep hij achter de tent over deheuvelhelling, om nogmaals de grot te zien met de vrouw en het kind.Niet uit gevoeligheid deed Yussub dat, hij bezat geen verbeeldingsvermogen dat

gevoelens opwekt. In zijn leven of in zijn versteend hart was er nooit plaats voorzachtheid geweest. Nooit had hij nagedacht over de dingen die om hem gebeurden,en nog minder over wat er in hem zelf omging. Hij was 's Konings lijfknecht, bijnazijn beulsknecht, en eender welke daad die zijn Meester hem had bevolen had hijuitgevoerd zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken, zonder dat hij zich hadafgevraagd of het goed of slecht was. Maar ditmaal was het een macht buiten hemdie Yussub aantrok om nogmaals die paar menschen met het kind te zien. En van opde heuvelhelling zag hij nu een herder met een schaap voor de grot staan. Hij stond

Ernest Claes, Herodes

Page 75: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

79

stil en keek toe. De jonge vrouw kwam uit de grot met een aarden kom. De herdermelkte het schaap, en gaf dan de kom terug aan de vrouw die hem dankte. De herderstak toen even het hoofd binnen de grot en keek naar iets. Het was alles zeereenvoudig. Maar Yussub zag op het aangezicht van dien armen herder iets dat hijnooit op een menschelijk wezen had opgemerkt. Hij keek hem lang na terwijl hij metlichten stap naast het schaap, wegging over de vlakte om daar ergens zijn kudde terugte vinden. Dan keek hij nog even naar de grot. Terwijl hij voortstapte in de richtingvan de stad lag er een diepe rimpel over zijn voorhoofd.Hij keerde terug uit de stad, en terwijl hij met den dienaar voor de tent het sober

maal nuttigde, sprak hij geen woord. De dienaar legde zich daarna naast de tent teslapen. Yussub ging naar de heuvelhelling, waar hij zich in de schaduw van een paarwilde struiken neerzette op een steen. Van daar kon hij de grot zien.De zon gloeide over het land, en ver en wijd was er nu geen levend wezen te

bespeuren. De dorre vlakte, met hier en daar wat mager struikgewas en schraal gras,strekte zich uit tot aan de verre lijn

Ernest Claes, Herodes

Page 76: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

80

van de bergen. Een doodsche stilte heerschte over deze eenzaamheid, geen geluidtrof Yussub's oor tenzij het knisperen van een sprinkhaantje of het ritselen van eendiertje in het droge gras. Hij zag een kleine rosse slang over den grond kruipen enverdwijnen onder een steen.En Yussub, met de oogen half geloken, dacht. Het overkwam hem niet dikwijls

te denken, tenzij aan de dingen die vlak voor hem lagen en aan wat hemwas opgelegd.Hij dacht aan de streek in de Saronvlsikte waar hij zijn jeugd had doorgebracht temidden van rooversvolk dat voor hem zijn stam was. Hij was de zoon van Dismas,een van de hoofden van den stam. Hij had zich vroeg onderscheiden in hetuitplunderen van reizende kooplieden en het overvallen van afgelegen hoeven. Hijwas de sterkste van alle jonge mannen in den stam. Slechts een enkele bepaaldeherinnering was hem uit die jaren bijgebleven. Eens, toen ze in het gebergte warengelegerd, was hij alleen uitgetrokken. Ook de koninklijke jachtstoet was dien dag inde bergen. Op een verlaten plaats had hij plots een jager gezien, te paard, die verrastwerd door een leeuw die van uit een spelonk op hem toesprong.

Ernest Claes, Herodes

Page 77: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

81

Het paard gleed uit, de jager viel op den grond en zou aan de verscheurende klauwenvan het ondier niet zijn ontsnapt zoo niet op dit oogenblik Yussub van tusschen hethout was vooruitgesprongen en zijn spies in het hart van den leeuw had gedreven.De jager was de Koning zelf. Sedert dien dag was hij de trouwe lijfknecht van zijnMeester en had hem geen dag meer verlaten.Ja, daaraan dacht Yussub nu terug, er zelf eenigszins over bevreemd. Hij schokte

telkens lichtjes op uit zijn halven slaap. Dan wreef hij peinzend met de hand overhet litteeken op zijn rechterslaap. Hij lag tegen de warme helling van den heuvel,met de blikken uit zijn half geloken oogen op den ingang van de grot.Daar zag hij den vreemden man uit de grot komen. Hij plaatste een houten bankje

in de schaduw voor den ingang, en daarnaast de waterkruik. Dan keerde hij zich omnaar den ingang en zegde iets dat Yussub niet verstaan kon. De man ging daaropweg, met een korf in de hand, in de richting van de stad.Eenige oogenblikken later kwam de jonge vrouw met het kindje op den arm ook

uit de grot. Zij zette

Ernest Claes, Herodes

Page 78: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

82

zich neer op het bankje, legde het kindje op haar schoot en praatte er mee, het hoofdvoorover gebogen. Yussub hoorde niet wat zij zegde, hij zag alleen aan de bewegingenvan haar hoofd en van haar losse hand dat zij met het kind spelend aan 't sprekenwas. Van het kind zelf merkte Yussub alleen een klein handje dat op en neerging inde hand van de vrouw. Ieder gebaar, alles wat daar onder zijn blikken voorviel hieldYussub zoo gespannen in het oog alsof het een groot gebeuren was. De vrouw wistniet dat Yussub op de heuvelhelling zat.Een doek gleed op den grond. De vrouw bukte zich om hem op te rapen. Haar arm

raakte de kruik, en deze kantelde om. Met een plassend geruisch spoelde het waterweg in het zand. De jonge vrouw keek verschrikt naar de vochtige vlek, zette dekruik recht, en blikte dan hulpeloos om zich heen. Zij stond op, keek in de richtingvan de verre bron, dan naar het kindje dat ze in den arm hield, naar de kruik, en zewist blijkbaar niet wat ze moest aanvangen.En toen deed Yussub iets dat hij van zich zelf niet begreep en waaraan hij zijn

gansche leven zou terugdenken. Hij stond op, daalde de helling af en

Ernest Claes, Herodes

Page 79: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

83

stapte naar de grot toe. De vrouw zag hem naderen, eerst eenigszins verrast, en danmet een blijden vertrouwenden blik. Zonder haar aan te staren, zonder een woord tespreken nam hij de kruik bij het handvat en ging er mee naar de bron. Hij deed datalles bijna onbewust, of het een andere was dien hij door een nevel voor zijn geesthandelen zag, die zijn stappen en bewegingen leidde en die de kruik vulde met hetheldere water van de bron. Neen, Yussub begreep het niet. Door de gloeiende zonstapte hij terug en zette de kruik weer naast de vrouw op den grond.En dan keek Yussub naar het kind dat op den schoot van de vrouw lag. En hij

schrok zoo dat zijn hart er hevig van klopte. Want de oogen van dat kind schenenhem aan te staren, aan te staren met een blik die de diepte scheen te peilen van zijnziel. Het duurde maar één ondeelbaar oogenblik, dan was het weer het kindergezichtjedat tevreden op den schoot van zijn moeder lag. Maar de schok was zoo heviggeweest, als een heete gloed brandde het zoo dwars door het wilde hart van Yussub,dat hij een oogenblik de oogen sloot en daarna als duizelig om zich heen keek,verward, en met de

Ernest Claes, Herodes

Page 80: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

84

Ernest Claes, Herodes

Page 81: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

85

hand over het litteeken wreef. De jonge vrouw dankte hemmet een vriendelijk woord.Zij scheen niets te merken van die ontsteltenis van Yussub. Uit haar zacht blauweoogen straalde hem iets toe alsof zij van hooge geboorte was.Hij ging bijna wankelend terug naar de heuvelhelling, en toen hij neerzat keek hij

verdwaasd naar den grond voor zich, naar zijn handen, zijn vingertoppen, en verdernaar de zonnige heuvels en de wazige einders. En hij zag in alles en overal nietsanders dan de oogen van het kind, de blikken die hem als een schicht haddendoorboord en die voor de eeuwigheid een merkteeken in zijn ziel hadden gebrand.............

De avond daalde over de vlakte, en de blauwe einders schoven stilaan naar elkandertoe. Door de schemering zagen Yussub en de dienaar den Koning naderen, steunendop den schouder van Macras.De Koning trad in de tent, gebroken van afmatting, liet zich neervallen op zijn

rustbed, en beval den dienaar de tent te verlaten. Hij lag te woelen als van heetekoorts en mompelde aldoor onsamen-

Ernest Claes, Herodes

Page 82: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

86

hangende woorden en zinnen. Den ganschen dag had hij door Bethlehem gedwaald,aan al de huizen van de grooten en machtigen onder het Joodsche volk had hijaangeklopt, bij al degenen die hij verdacht of wist hem vijandig gezind en verdokenaanhangers van de Makkabeeërs te zijn, had hij zich als vreemdeling voorgesteld enop sluwe wijze nagevorscht: ‘Waar is de nieuwe Koning der Joden, de Messiasgeboren?’ Want het kon niet anders of deze nieuwe vijand, die zijn troon en zijnleven bedreigde, moest geboren zijn van een der hooge trawanten van het onttroondekopingsgeslacht. En overal had men het hoofd geschud in onwetendheid van hetgebeurde. Sommigen hadden hem te goeder trouw bekend dat ze hadden hoorenfluisteren over den Messias, die in de stad onlangs was geboren, en van hetgeheimzinnige bezoek van arme herders en wonderbare Oosterlingen, en van eenongekende ster die men gezien had, maar niemand kon zeggen waar of wanneer ditbepaald gebeurd was. Enkelen hadden met schitterende oogen hun vast geloofuitgedrukt in de spoedige Messiaskomst, en hun hoop dat de vreemde verdrukker,Koning Herodes, weldra zou

Ernest Claes, Herodes

Page 83: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

87

onttroond worden. De namen en huizen van dezen had hij vast in zijn hoofd geprenten zij zouden een wreeden dood sterven.Gansch den dag doorliep hij de heete straten van Bethlehem, bijna als een

krankzinnige, gedreven door zijn haat, en naarmate hij vaststelde dat zijn nasporingenvruchteloos zouden wezen, steeg er een ziedende woede in hem op, zoodat hij bijnade noodige voorzichtigheid vergat om zijn vermomming te verbergen. Gesteund doorzijn lijfknecht had hij ternauwernood nog de kracht gevonden om zich voort te sleepentot in de tent.Nu lag hij op zijn leger zich te wentelen en te keeren en kon geen rust vinden.

Door zijn opgejaagd brein spookten de herinneringen aan de gruweldaden die zijnleven hadden gevuld, kwamen zijn ontelbare slachtoffers weer met bebloede handenbeschuldigend voor hem staan, en door de duisternis sloeg hij er naar met woestekoortsige gebaren.De nieuwe Koning der...Toen rees hij plots overeind. Met een bijna waanzinnigen blik staarde hij in de

duisternis. Iets als een duivelsche grimlach trok zich samen om

Ernest Claes, Herodes

Page 84: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

88

zijn mond. Een kreet als van een wild dier dat zijn prooi tusschen de klauwen houdtontsnapte aan zijn keel. Dan werd de stilte in en om de tent nog stiller.In het hoofd van Koning Herodes vormde zich een besluit dat de wreedste van

alle onmenschelijke wreedheden was, dat zijn naam zou doen wezen een vervloekingdoor alle tijden en bij alle volkeren, dat het menschdom door alle eeuwen heen zoudoen huiveren van afgrijzen.O Moeders van Bethlehem...............

Voor de tent, op het warme zand, zaten de twee lijfknechten en de paleisdienaar.Macras vertelde zijn wedervaren van dien dag en de twee anderen luisterden.Macrassprak fluisterend, met korte hortende zinnen. Nu en dan wierpen zij een schuwenblik naar den ingzing van de tent, en als ze daarbinnen de stem hoorden razen inkoortsigen droom zwegen ze een oogenblik. De maan stond helder aan den hemelen de heuvelen baadden in het zachte licht.Macras en de dienaar gingen liggen voor den

Ernest Claes, Herodes

Page 85: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

89

ingang van de tent om te slapen. Yussub stond nu alleen, en keek naar hen. Dan bliktehij op naar de ronde maan en naar de nevelige nachteinders. Hij peinsde. Zijn handstreek over zijn rechterslaap. In plaats van zich naast de anderen uit te strekken staptehij langzaam weg, naar den heuvel toe, en daarachter, op het plekje waar hij in dendag gerust had, legde hij zich neer. Den elleboog in het zand, rustte zijn hoofd opzijn hand, en zijn blikken waren gericht op den ingang van de grot waar de tweevreemdelingen woonden met het kindje. Alles was daar stil en donker. Hij staardenu over het maanbeschenen land dat als verdronken lag in het droomerige licht, enluisterde naar de duizenden krekeltjes die hun eentonig nachtliedje zongen. Ver wegnaar de stad toe hoorde hij het gerucht van een hortenden wagen.Uren lag hij daar zoo, starend in den klaren nacht naar de ijle verte, en telkens

weer de blikken keerend naar den ingang van de grot. De kalmte van den nacht kwamover zijn ziel. Hij druilde weg in een lichte sluimering, waarbij zijn droomendegedachten hem den dag deden herleven, alle kleinigheden van wat er gebeurd was,en het kind, de

Ernest Claes, Herodes

Page 86: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

90

wondere blikken van het kleine kind...En opeens, door iets dat geschiedde in de onpeilbare diepte van zijn wezen, schokte

hij op. Hij keek onmiddellijk naar de grot, en hij zag in de schemering den vreemdenman staan, die een ezel optuigde en bevrachtte. Hij stond in het volle maanlicht, enzijn lange schaduw teekende zich af op den grond. Dan kwam de vrouw uit de grotmet het kindje in haar arm onder haar mantel. De man hielp haar op het lastdier, hijging nog even terug in de grot, kwam weer buiten met een zwaar pak op den ruggebonden, nam dan het leidsel van het lastdier in de hand en ging weg. Recht voorzich uit stapten ze, door het witte maanlicht, den diepen nacht in, naar het Zuidentoe. Hun schaduw schoof met henmee over den grond.Met kloppend hart had Yussubhet alles aangekeken, zonder een beweging te doen. En zijn blikken volgden nu dedonkere gestalten die langzaam weggleden in den nacht, den vreemden man in denlangen mantel gehuld, met een reisstaf in de hand, en het lastdier waarop de vrouwmet het kind zat. Hij keek hen na met pijndoende inspanning van zijn geest tot zenog slechts een donkere vlek waren in het donker,

Ernest Claes, Herodes

Page 87: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

91

Ernest Claes, Herodes

Page 88: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

92

en dan volgden zijn blikken nog mee de richting die zij gingen. De nacht sloot zichachter hen toe als een donkere poort, en niets was er nu meer dan de vreedzamemaandie haar licht uitgoot over het land van Juda.En waarom was er nu die vreugde in het hart van Yussub omdat die vreemde man

met de vrouw en het kind was weggegaan?............

Hij lag op zijn rug, en blikte omhoog naar de lucht. De enkele sterren keken hemaan met den ernst van kinderoogen.En weer sliep Yussub.Hij sliep een vasten slaap, de handen gekruist over zijn borst, en dan kwam er in

zijn geest een wondere droom. Hij zag zijn leven voor zich, zooals het verliep doorde toekomst en naar het einde. Hij zag zich zelf weg uit het paleis van den Koning,en hij ging over de banen en de bergen van het land. Van misdaad tot misdaad zaghij zijn gang door het leven, zag hij zich te midden van andere boosdoeners, de schrikvan het volk, en opgejaagd door de koninklijke soldaten. En in de donkere

Ernest Claes, Herodes

Page 89: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

93

nachten zag hij zich zelf eenzaam staan, met zijn verstokt hart en zijn wildeverlangens, en dan waren daar telkens twee kinderoogen die hem aanblikten alsofzij de diepte van zijn ziel wilden peilen. Jaren en jaren. Het leven.En eindelijk zag hij zich hangen aan een kruis boven op een heuvel. Het was het

lot dat hem beschoren was, en hij aanvaardde het. Met sterke koorden was hij metarmen en beenen aan de kruisbalken gebonden, en hij keek neer op een groote menigtevolks op den heuvel en daar verder omheen, volk dat tierde en schreeuwde als indollen waanzin, achter soldaten en ander krijgsvolk. De kreten klonken niet op naarhem, maar naar een anderen gekruisigde die links van hem hing. Yussub keerde hethoofd naar links. Hij zag dat die andere met nagelen door handen en voeten aan hetkruishout was vastgeklonken, het roode bloed vloeide over de uitgerekte armen enover het naakte lichaam, en op zijn hoofd droeg hij een kroon van doornen. Hemgolden al de haatkreten van het opgehitste volk, en zelfs de oversten en de soldatenriepen hem smaadwoorden toe, noemden hem ‘den Uitverkorene’, en ‘Koning derJoden’ en of hij

Ernest Claes, Herodes

Page 90: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

94

zich zelf nu niet redden kon van het kruis. Yussub was opeens woedend op dit volk.Hij had hun willen toeschreeuwen dat ze hèmmoesten schelden en vervloeken, maarniet dien man naast hem, die met gebogen hoofd op de razende massa scheen neerte staren, zacht als een lam. Aan den voet van het kruis stonden een paar vrouwen.Yussub kon de gezichten niet zien. Maar toen hij den man naast zich zachtjes, als inzich zelf, hoorde prevelen: ‘Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat zij doen,’toen wist Yussub opeens dat deze Man een rechtvaardige was. Als de derdegekruisigde, die links van den smartelijken lijder hing, ook begon te schelden, enspottend vroeg: ‘Waarom redt ge ons en u zelf niet?’ sprak hij dezen toe, over hethoofd van den met doornen gekroonde heen: ‘Laster niet, wij hebben wat wijverdienen, maar dezeMan heeft nooit kwaad gedaan.’ Hij zegde dat met kloeke stem,en toch zachtmoediger dan hij gemeend had te doen, omdat er opeens in zijn hartiets vreemds gebeurde. Hij had voor de eerste maal berouw over zijn zondig leven,alle hardheid vloeide uit hemweg, en hij voelde zich als gezuiverd door een inwendigvuur. En alsof te

Ernest Claes, Herodes

Page 91: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

95

gelijkertijd een helder licht in zijn geest ontstoken was, wist Yussub dat dezegekroonde lijder naast hem de Christus was, de Messias, de Koning der Koningen.Een soldaat aan den voet van het kruis had zijn woorden verstaan. Hij wierp hem

een steen toe, die hem pijnlijk trof op de borst.- ‘Heer,’ fluisterde Yussub toenmet het hoofd naar hem toegekeerd, ‘Heer, wanneer

gij in uw Koninkrijk zult zijn, wilt ge dan mij, armen zondaar gedenken.’En de gekruisigde hoorde die woorden. Hij keerde langzaam zijn bebloed gelaat

naar rechts, keek Yussub aan, en zegde met zachte stem: ‘Heden zult ge met mij inhet Paradijs zijn.’En toen Yussub die blikken op hem gericht zag, ging er door zijn ziel een

onuitsprekelijke vreugde. Want dit waren de blikken die hem eenmaal haddenaangekeken, lange jaren in het verleden, de blikken van het kind op den schoot vande jonge moeder voor wie hij water haalde bij de bron.En Yussub boog het hoofd en stierf.

Ernest Claes, Herodes

Page 92: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

96

Ernest Claes, Herodes

Page 93: Herodes - dbnl · 67 tegendengrondsloeg.Hetgebeurdealleszoobliksemsneldatdeanderespelersniet begrepenwatervoorviel.Yussub,dierechtstondnaastMacras,hielddezenterug

97

Macras stond over den slapenden Yussub gebogen en verwonderde zich over denglimlach die over zijn gelaat zweefde. Dan stiet hij hem ruw tegen den schouder.Yussub opende de oogen en keek vreemd verbaasd in het gezicht van Macras. Heteerste morgenlicht klaarde over de bergen van Juda.- ‘Sta op, zegde Macras, wij moeten naar Jerusalem het krijgsvolk halen... Al de

pas geboren kinderen in dit land van Bethlehem moeten vermoord worden...’

Ernest Claes, Herodes